I 2. Balans tussen sturing en zelforganisatie

Om te kunnen sturen op verantwoordelijkheid is het van groot belang een juiste balans te vinden tussen sturen (kaders stellen, resultaten/output benoemen, grenzen aangeven) en ruimte geven (delegeren, zelforganisatie, loslaten). Opvallend is dat meer zelfsturing vaak gepaard gaat met een duidelijke sturing in de richting van ‘Pak je verantwoordelijkheid’. Dit lijkt op het eerste gezicht tegenstrijdig maar is wel de praktijk. De kunst is om de optimale balans te vinden tussen beide gebieden.  

Om effectief te sturen op verantwoordelijkheid moet dus zowel de ‘sturing’ als de ‘zelforganisatie’ aandacht krijgen. Sturing en zelforganisatie bepalen het succes van de organisatie. Zonder sturing, ontaarden zelfs de beste intenties in chaos en is het maar afwachten welke resultaten bereikt worden. Zonder ruimte voor zelfsturing is de motivatie, creativiteit en zelfstandigheid van medewerkers ver te zoeken. 

Samengevat kan de balans als volgt worden ingevuld: 

SturingZelforganisatie
Duidelijke visieRuimte voor initiatieven
Kaders aangevenEigen verantwoordelijkheid oppakken 
Transparante voortgang monitoren Zicht op de eigen resultaten 
Resultaten eisenKlant- en resultaatgericht 
Aandacht voor wat er in de uitvoering speeltGeen vrijblijvendheid 

Sturen op resultaten 

Soms wordt gedacht dat verantwoordelijkheden krijgen een bepaalde vrijblijvendheid inhoudt. Dat is juist niet het geval. Verantwoordelijkheid geven gaat gepaard met sturen op resultaten! Verantwoordelijkheid bij de medewerkers leggen kan alleen maar als je duidelijk en transparant stuurt op resultaten.  

Sturen op resultaten gaat uit van resultaat gericht werken. Resultaat gericht werken is een constant proces van sturen en beoordelen op resultaten en op het juiste gedrag. Het is een manier van leidinggeven die niet alleen gericht is op het achteraf beoordelen van medewerkers, maar vooral ook gericht is op tijdig (bij)sturen wanneer dit nodig is.  

De leidinggevende is zich zeer bewust welke resultaten geboekt moeten worden en welk gedrag van de medewerker geëist wordt. Dit bewustzijn is essentieel. Als de manager niet goed weet wat er echt verwacht wordt dan kan deze dit nooit eisen van de medewerkers. Daarom begint het met dit bewustzijn! Als de manager goed weet wat hij/zij wil kan hij dit vertalen in resultaat-afspraken. 

Resultaat-afspraken 

De leidinggevende en de medewerker maken concreet afspraken met elkaar welke individuele resultaten behaald moeten worden. Resultaatafspraken gaan over de concrete werkzaamheden en taken die een medewerker gaat uitvoeren en tot welk resultaat deze moeten leiden.  

Resultaatafspraken zijn afgeleid van afdelingsdoelstellingen en worden duidelijk en meetbaar geformuleerd (SMART). Sturen op resultaten richt zich op de functies van medewerkers. Het is expliciet gemaakt wat verwacht wordt van de medewerker en het biedt leidinggevenden middelen om medewerkers resultaatgericht aan te sturen en zo nodig bij te sturen. 

Scroll naar boven