Introductie

Op de keper beschouwd is (persoonlijk) leiderschap het managen van je eigen brein of het brein van de ander. Daarom ga je in deze module en in de module D, basiskennis van het brein opdoen. Deze kennis is gesorteerd op toepasbaarheid in je werk.

Kennis van het brein is onontbeerlijk om jezelf en anderen te managen. Je kunt het vergelijken met koken. Als je de basiskennis van koken kent, dan kan je al de eerste gerechten maken. Als je de basiskennis van je brein weet toe te passen, weet jij hoe jij jezelf en anderen kunt managen en inspireren.

Het brein is het controlecentrum van je acties, van je gevoelens en je gedachten. Het brein managet deze drie-eenheid en het brein kan ook op zijn beurt zorgen voor duurzame veranderingen in deze drie-eenheid. En deze drie-eenheid is toch waar het vaak over gaat. Of het nu in je privé is, of in je werk.

Nu is vaak je brein de baas. Oftewel, je automatische acties, je automatische gedachten en je automatische opkomende emoties bepalen nu voor een groot gedeelte hoe je handelt. Dit kan anders. Jij kan de baas worden. Dat is de kern van de brain & mind aanpak.

Het brein heeft een viertal belemmerende eigenschappen die het ingewikkeld maken om het beste uit jezelf te halen. Dit betekent dat het voor de leider een uitdaging is om zijn brein effectief te gerbruiken. Het is maar al te gemakkelijk voor het brein om reactief te worden in plaats van bewust actief. In plaats van te leiden, worden de manager en de werkgever dan geleid en laten zij zich gemakkelijk beïnvloeden door de omstandigheden. Zij handelen onbewust: zij reageren. De belemmerende eigenschappen hebben het overgenomen. De vier belemmerende eigenschappen worden in deze module toegelicht. Je leert in deze module hoe je kunt zorgen dat ze je minder beïnvloeden.

In les D. gaan we in op de versterkende eigenschappen.

Module C. is een basismodule en net zoals module D. Basiswerking van het brein deel 2. en noodzakelijk voor alle andere modules.